Steun de bijtjes, leg een bloemenweide aan

Door een aantal m2 grasland in jouw tuin om te vormen tot een bloemenweide kan je des te meer genieten van de bloemenpracht, vergroot je de biodiversiteit en geef diverse insecten zoals honingbijen, wilde bijen en vlinders een eetfestijn.

 
Een bloemrijk graslandschap is één van de goedkoopste beheersvormen en vergt weinig werk. Het draagt ook het meeste bij aan de biodiversiteit. De voorgestelde bloemenmengsels in deze blog bevatten meerjarige planten en zullen dus pas na het eerste jaar ten volle tot hun recht komen.
 
 

In een bloemrijk grasland wordt de bodem niet of nauwelijks verstoord en wordt jaarlijks één tot twee keer gemaaid. De bodem is best relatief schraal of jaarrond zeer vochtig. Door het maaisel steeds af te voeren kunt u de bodem verschralen.

 
 
 

De voorgestelde mengsels zijn kwaliteitsvolle samenstellingen van diverse inheemse bloemen.

 

Vermijd de goedkope bloemenmengsels uit de tuincentra die vele exoten bevatten en veel minder tot niet aantrekkelijk zijn voor de wilde bijen.

 
 
 

Stap 1 : Locatie

 
 
 

De voorgestelde mengsels kun je enkel in de zon aanleggen. Je dient eerst en vooral te achterhalen hoe voedselrijk jouw grond is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 2 soorten gronden, enerzijds de schrale tot matig voedselrijke grond en anderzijds de zwaardere (voedselrijke) grond.

 

De beste resultaten haal je met een schrale grond.

 
 
 
 

Stap 1 : Welk type grond heb jij?

 
 
 

De voedselrijkdom in de grond hangt meestal samen met het type grond (bodemtextuur) die je hebt.

 
 
 

Kleigrond of leem Heeft meestal een wat lichte, grijzige of (geel)bruine kleur. De grond kleeft in kleine of grote klonten aan elkaar. Als het nat is, heeft het een wat vettige glans. Je kunt er dan stevige ballen van kneden die niet uit elkaar vallen. Klei laat een vettig laagje achter op je handen dat bij het drogen barst. Kleigrond is van nature voedselrijk.

 
 
 

Zandgrond Zandgrond heeft (in droge toestand) een grijze tot bruine kleur. Hoe lichter de kleur, hoe armer de grond. Je handen worden er niet zo zwart van. De structuur is erg los en bevat naast zand vaak ook fijn grind. De aarde valt makkelijk tussen je vingers door. Zelfs als de grond vochtig is, kun je er geen stevige ballen van kneden. Het is van nature voedselarm.

 
 
 

Humusrijke zandgrond of veen

 

Verteerd organisch materiaal heeft een donkere, bijna zwarte kleur. Veengrond, die bijna geheel uit organisch materiaal bestaat, is dan ook vrijwel zwart. Deze grond heeft een losse structuur, maar voelt – door de vele humusdeeltjes – wel veerkrachtig en sponzig aan. Het kleeft een beetje aan elkaar als het vochtig is en je krijgt er zwarte handen van. Het is redelijk voedselrijk.

 
 
 

Een eenvoudige test die je kan doen :

 
  • graaf een putje van ongeveer 15 cm diep en neem de de grond van de laatste 5 cm. De eerste 10 cm gebruik je niet hierin zitten teveel wortels en ander organisch materiaal;

  • is er nog te veel organisch materiaal aanwezig graaf dan wat dieper;

  • zorg dat je een hand vol grond hebt en verwijder eventueel nog aanwezige wortels of ander organisch materiaal;

  • indien de bodem droog is maak hem dan licht vochtig zodat je ermee kan boetseren. Indien de bodem te nat is zal je hem even moeten laten drogen;

  • probeer een dropje te maken en als dit lukt rol het uit tot een worstje van ongeveer 10 cm lang en 1 cm dik;

  • lukt het een worstje te maken zonder scheuren probeer het dan te plooien tot een u-vorm;

  • lukt het een u-vorm te maken zonder scheuren probeer dan een cirkel te maken.

 
 

Indien je dit verder meer wenst te weten over jouw specifieke grond in de tuin kun je bij de Bodemkundige Dienst van België een bodemanalyse aanvragen.

 
 
 

Stap 2 : Keuze bloemenzaad ?

 
 
 

Blijvende soorten :

 
 
 

Deze hoef je niet elk jaar opnieuw te zaaien, maar het duurt langer voordat je een volwaardige bloemenweide hebt.

 
 
 

Beschik je over een schrale tot matig voedselrijke bodem : Dan kies je best voor bloemenmengsel N1.

 
 
Samenstelling N1 Bijenmengsel met vaste
.
Download • 615KB
 

Beschik je over een voedselrijkere grond dan wordt bloemenmengsel G2 aangeraden.

 
 
Samenstelling G2 Bloemrijk graslandmengs
.
Download • 869KB
 

1 jarige akkerbloemen :

 
 
 

Deze soorten leveren snel resultaat op en zijn dus ook erg nuttig voor insecten, maar deze dien je elk jaar opnieuw bij te zaaien om een mooie rijke bloemenweide te behouden.

 
 
 

Op de meeste gronden (van licht tot matig voedselrijk) kun je het bloemenmengsel A6 inzaaien.

 
 
Samenstelling A6 Akkerbloemenmengsel 2018
.pdf
Download PDF • 979KB
 
 
 

Daarnaast zijn er ook de volgende mengsels, gericht op honingbijen, maar bevatten exoten en zijn dus minder geschikt voor de wilde bijen.

 
 
 

Tubinger mengsel (voor de iets zwaardere, klei gronden)

 

Bevat: phacelia,boekweit, gele mosterd, koriander, goudsbloem, juffertje-int-groen, radijs, korenbloem, groot kaasjeskruid, dille, borage

 
 
 

Brandenbrug mengsel (voor de lichtere, zanderige gronden)

 

Bevat: phacelia,boekweit, dille, gele ganzebloem, groot kaasjeskruid, grote klaproos, gele mosterd, korenbloem, radijs, serradelle, borage, zonnebloem

 

 

 

Stap 2 : De aanleg

 
 
 
  1. Eerst zul je de bodem geschikt moeten maken. Het makkelijkst gaat dit met een bodemfrees maar als het slechts om een klein oppervlak gaat dan kun je de bodem ook met de hand omspitten.

  2. Verwijder wortels, stenen, onkruid en andere ongeregeldheden uit de bodem.

  3. Een extra stap die je kunt nemen om minder onkruiden te hebben is via de aanleg van een vals zaaibed. Hiervoor wacht je nu op kiemende onkruiden die je losharkt bij droog weer, dit herhaal je 2 a 3 maal (deze extra stap kan een 5 tot 8 weken duren).

  4. Strooi het bloemenzaadmengsel volgens aanwijzing op de verpakking dun uit over de grond. Meestal heb je 1 gram zaad per m² nodig. Het is soms lastig om te zien waar het zaad terecht komt. Je kunt het om deze reden eventueel vermengen met wat wit zand (Rijnzand).

  5. Hark het zaadmengsel licht in de grond maar pas op dat de zaden niet volledig afgedekt worden. Ze zullen dan niet meer ontkiemen.

  6. Besproei de grond en houd de grond de eerste weken goed vochtig.

Stap 3 : Hoe beheer je nu de bloemenweide?
 
Hoe schraler de bodem, hoe groter het aandeel aan bloeiende planten. Verschraling gebeurt door te maaien en door het afvoeren van het maaisel. Op zand-, zandleem- en leemgronden gaat dit behoorlijk snel. Op vijf jaar tijd kan het aantal bloeiende plantensoorten opmerkelijk toenemen. Op kleigronden gaat de bodemverschraling trager.
 

Als de bodem nog redelijk voedselrijk is, kun je de eerste jaren het best verschillende keren maaien en afvoeren, minstens drie tot vijf keer per jaar. Daarna maai je twee keer per jaar: een eerste keer tussen 15 juni en 15 juli, een tweede keer in september of oktober.

 
 

Stap 4 : Genieten van de natuur en ga een kijkje nemen welke insecten er tevoorschijn komen

 
 
 
 

Tot slot :

 
 
 

Wens je meer te weten of zit je nog met vragen, raadpleeg cruydthoeck.nl waar je uitgebreide informatie vind.

 

Wens je extra bloemenzaad, stuur dan een mailtje naar christophe@beesandyou.be om tegen een voordelig tarief extra bloemenzaad te bestellen.